De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (OZB) voor niet-woningen, bijvoorbeeld kantoren, ziekenhuizen en winkels, is voor 2019 verhoogd met het door het CPB geraamde inflatiepercentage van 2,3% (consumentenprijsindex). Met deze verhoging wordt de algemene prijsontwikkeling gevolgd. Dit is noodzakelijk om de inkomsten van de gemeente op dit onderdeel op peil te houden en structurele onevenwichtigheid te voorkomen.

Het tarief voor precariobelasting voor bouw- en onderhoudswerken wordt met ingang van 2019 gehalveerd en deze minderopbrengst wordt gecompenseerd via de OZB die van gebruikers van niet-woningen wordt geheven. Hierdoor neemt de OZB-opbrengst voor niet-woningen, buiten het inflatiepercentage, met € 83.000 toe.

In 2020 wordt de opbrengst van de OZB met 5% verhoogd, in 2021 met 10%.