Begroting 2019

Paragraaf Lokale heffingen

1.1 Inleiding
In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de door de gemeente Wassenaar geheven belastingen, bestemmingsheffingen en rechten. Onder de belastingen vallen de onroerende-zaakbelastingen, de toeristenbelasting, de hondenbelasting, de reclamebelasting (ondernemersheffing) en de precariobelasting. De opbrengst van de belastingen gaat naar de algemene middelen.

Onder de bestemmingsheffingen vallen de rioolheffing, de reinigingsheffingen, de baatbelastingen en de BIZ-bijdrage.
De rechten omvatten een zeer grote groep belastbare feiten. De belangrijkste hiervan zijn de marktgelden, de begrafenisrechten en de leges inzake omgevingsvergunningen, reisdocumenten, burgerlijke stand en gemeentelijke basisadministratie. Voor zowel de bestemmingsheffingen als de rechten geldt dat de tarieven maximaal kostendekkend mogen zijn en dat de opbrengst gebruikt wordt ter dekking van de gemaakte kosten.

1.2 Beleid lokale heffingen
Het uitgangspunt voor wat betreft de lokale lasten voor de gemeente Wassenaar is dat een lastenverzwaring voor de inwoners van Wassenaar alleen aan de orde kan zijn als er geen duurzame alternatieven beschikbaar zijn. Daarnaast geldt dat onder het motto “de gebruiker betaalt” heffingen zoveel mogelijk kostendekkend zijn.

De baten van belastingen en rechten zijn voor 2019 aangepast met het door het CPB geraamde inflatiepercentage van 2,3% (consumentenprijsindex)
Met deze verhoging wordt de algemene prijsontwikkeling gevolgd. Dit is noodzakelijk om de inkomsten van de gemeente op dit onderdeel op peil te houden en structurele onevenwichtigheid te voorkomen.

In het coalitie akkoord is opgenomen dat voor de toeristenbelasting een structurele verhoging doorgevoerd zal worden van € 240.000 vanaf 2019.

1.3 Overzicht geraamde baten belastingen en rechten

Onderstaand overzicht vermeldt de geraamde opbrengsten voor 2018 en 2019 voor wat betreft de diverse belastingen en rechten.

Tabel 12   bedragen x € 1.000

Opbrengst belastingen

rekening

raming

raming

mutatie t.o.v.

2017

2018

2019

2018

OZB woningen

6.713

6.661

6.884

223

OZB niet – woningen (E+G)

2.465

2.418

2.557

139

Hondenbelasting

174

176

180

4

Toeristenbelasting

930

882

1.142

260

Baatbelasting

13

14

11

-3

Precario op met name uitstallingen

148

204

121

-83

Precario op kabels en leidingen

1.805

1.805

1.805

0

Ondernemersheffing

93

91

91

0

BIZ-bijdrage Maaldrift

29

29

29

0

BIZ-bijdrage pandeigenaren centrum

46

46

46

0

Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

4.268

4.152

4.020

-132

Rioolheffing

2.620

2.655

2.655

0

Marktrechten

32

43

43

0

Begrafenisrechten

76

49

49

0

Leges Wabo-vergunningen

1.787

1.073

1.205

132

Overige leges en rechten

665

656

661

5

sub totaal opbrengst

21.864

20.954

21.499

545

af kwijtscheldingen

-311

-295

-295

0

netto opbrengst

21.553

20.659

21.204

545



1.4 Belastingen

Onroerendezaakbelastingen (OZB)
De aanslag OZB wordt voor het belastingjaar 2019 gebaseerd op (nog door de raad vast te stellen) OZB-tarieven voor 2019 en de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2018.

De uitgangspunten voor de geraamde netto OZB-opbrengst 2019 zijn:

  • Indexering geraamde OZB-opbrengst met 2,3%
  • De in 2018  toegepaste verlaging van de OZB-woningen ter hoogte van € 70.000 (amendement Erwich uit 2017) was incidenteel en is dus niet van toepassing in 2019. Hierdoor stijgt de opbrengst OZB woningen ten opzichte van 2018 met meer dan het inflatiepercentage
  • In de opbrengst OZB niet-woningen (gebruikersdeel) is een extra verhoging van € 83.000 verwerkt. Dit betreft compensatie voor een lager opbrengst precariobelasting  als gevolg van een halvering van de tarieven voor bouw- en onderhoudswerken (zie ook onderdeel precariobelasting hierna) .

Bij de berekening van de OZB-tarieven voor 2019 wordt rekening gehouden met meest recente gegevens omtrent de verwachte waardeontwikkeling. De voorlopige waardeontwikkeling gaat uit van een waardestijging van 7,3% voor de woningen en een waardedaling van 1,7% voor niet-woningen.

Hondenbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting
De opbrengsten voor hondenbelasting en toeristenbelasting zijn met het inflatiepercentage van 2,3% verhoogd. Dit houdt voor deze belastingen in dat de tarieven ook met 2,3% worden verhoogd.

De opbrengst voor de toeristenbelasting is, buiten het inflatiepercentage, conform het coalitie- akkoord verhoogd met € 240.000. De belastingtarieven per overnachting stijgen hierdoor met 34% .

De precariobelasting op kabels en leiding wordt definitief afgeschaft met ingang van 2022. Dit betekent dat uiterlijk met ingang van 2022 een bedrag ter hoogte van € 1.805.000 aan belastinginkomsten wegvalt. Gemeenten mogen nog maximaal tot en met 2021 deze vorm van precariobelasting heffen, maar wel tegen ten hoogste het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016.
De tarieven precariobelasting op bouwmaterialen zijn hoger ten opzichte van omliggende gemeenten. Dit is een precario die door bedrijven betaald wordt voor het op gemeentegrond opslaan van bouwmaterialen.
Door toepassen van tariefverlaging en correctie voor de geconstateerde jaarlijkse minderopbrengst, ontstaat een nadeel op de precariobelasting van totaal € 83.000. Dit nadeel kan worden gecompenseerd door een verhoging van de OZB niet-woningen (gebruikersdeel).

In onderstaand overzicht zijn de hierboven vermelde voorgestelde belastingtarieven 2019 opgenomen.

Tabel 13   

2016

2017

2018

2019

Hondenbelasting
eerste hond
tweede hond
elke volgende hond

Toeristenbelasting
per overnachting (camping)
per overnachting (hotel/pension)

Precariobelasting
kabels, leidingen of buizen voor gas, water of elektriciteit, per strekkende meter

81,48
122,64
161,76

0,95
2,38

2,74

82,32
123,84
163,32

0,96
2,40

2,74

83,52
125,64
165,72

0,97
2,43

2,74

85,44
128,52
169,44

1,30
3,25

2,74

1.5 Heffingen en rechten
In de paragraaf lokale heffingen moet een overzicht van baten en lasten worden opgenomen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. In dit hoofdstuk worden de diverse heffingen kort behandeld en wordt per heffing via een vast format inzicht gegeven in de kosten die (vanuit de diverse taakvelden en extracomptabel) aan de heffing worden toegerekend. De gehanteerde tariefstelling, geraamde baten en eventuele achterliggende beleidskeuzes worden ook per heffing aangeven.

Onafhankelijk van de aard en samenstelling van de overhead kan deze worden toegerekend aan de directe kosten van de taakvelden. Deze toerekening vindt voor heffingen extracomptabel plaats. Voor wat betreft het toerekenen van overhead aan de tarieven is gekozen voor een systematiek waarbij de totale overhead op taakveld 0.4 op basis van de volgende formule wordt verdeeld:

Opslag taakveld =
overhead x ((aantal aan heffing toegerekende uren)/(totaal aantal verdeelde uren exclusief uren taakveld overhead))

1.5.1   Rioolheffing
De gemeente is wettelijk verplicht om haar zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater na te komen. Hoe gemeenten op korte en lange termijn invulling geven aan de gemeentelijke zorgplichten wordt vastgelegd in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP). Dit is een verplicht plan op grond van de Wet milieubeheer. In 2017 is een nieuw vGRP aan de raad voorgelegd en vastgesteld. Het uitgangspunt is dat de kosten voortkomend uit de zorgplicht voor 100% worden gedekt uit de rioolheffing. Op basis van het nieuwe vGRP dat is verwerkt in de begroting blijft de opbrengst van de rioolheffing ten opzichte van 2018 gelijk.

Tabel 14

Berekening kostendekkendheid rioolheffing

Kosten taakveld(en) incl. omslagrente
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen

2.105.000
-19.000

Netto kosten taakveld(en)

2.086.000

Toe te rekenen kosten:
Overhead
BTW

290.000
281.000

Totaal toerekenbare kosten

571.000

Totale kosten

2.657.000

Totale opbrengsten

2.655.000

Kostendekkendheid

99,9%

Tarieven rioolheffing en beleidskeuzes

Rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Als heffingsmaatstaf geldt het waterverbruik waarmee wordt beoogd zoveel mogelijk recht te doen aan het principe ‘de vervuiler betaalt’.
De gegevens omtrent het waterverbruik worden geleverd door Dunea. Op basis van het werkelijke waterverbruik over de afgelopen jaren kunnen de tarieven op het niveau van 2018 gehandhaafd blijven.

Tabel 15

tarief 2018

tarief 2019

Huishouden

vastrecht t/m 80m3

per m3 boven 80m3

Bedrijf

vastrecht t/m 120m3
per m3 boven 120m3

per m3 boven 1.000m3

125,28
1,57

187,92
1,57
0,69

125,28
1,57

187,92
1,57
0,69

1.5.2.   Reinigingsheffing
De reinigingsheffing wordt geheven om de kosten van het ophalen en verwerken van huishoudelijke- en bedrijfsafvalstoffen te verhalen. De reinigingsheffing bestaat uit afvalstoffenheffing (huishoudens) en reinigingsrecht (bedrijven).

De bijdrage aan Avalex is in de begroting neerwaarts bijgesteld naar de bijdrage conform de begroting 2019 van Avalex. Op basis van de begroting 2019 dalen mede hierdoor de kosten en opbrengsten voor de reinigingsheffing. In meerjarenperspectief wordt vooralsnog geen stijging van de geprognosticeerde reinigingsheffing voorzien.

Tabel 16

Berekening kostendekkendheid reinigingsheffing

Kosten taakveld(en) incl. omslagrente
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen

3.365.000
-90.000

Netto kosten taakveld(en)

3.275.000

Toe te rekenen kosten:
Overhead
BTW

138.000
607.000

Totaal toerekenbare kosten

745.000

Totale kosten

4.020.000

Totale opbrengsten

4.020.000

Kostendekkendheid

100,0%

Tarieven reinigingsheffing en beleidskeuzes
De afvalstoffenheffing (huishoudens) is gedifferentieerd naar de grootte van een huishouden in de vorm van een eenpersoonshuishouden en een meerpersoonshuishouden. Daarnaast gelden tarieven voor een extra groene of grijze container.
Voor de tariefberekening worden de totale verhaalbare kosten verdeeld over het aantal containers (gewogen eenheden). Dit leidt er onder andere toe dat het tarief voor een extra grijze container gelijk is aan het tarief van de eerste afvalcontainer.
Om afvalscheiding te bevorderen en het gebruik van een GFT-container niet te ontmoedigen geldt vanaf 2017 een verlaagd tarief voor een extra groene container.
Het reinigingsrecht (voor bedrijven) kent naast een vast bedrag per aansluiting ook tarieven voor een extra groene of grijze container. In 2019 zal worden bekeken of het inzamelen van afvalstoffen bij bedrijven via Avalex nog wordt gecontinueerd.
Met deze wijze van tariefstelling wordt beoogd zoveel mogelijk recht te doen aan het principe ‘de vervuiler betaalt’.
Op basis van de kostentoerekening en het aantal aansluitingen dalen de tarieven licht.

Tabel 17

tarief 2018

tarief 2019

Huishouden

eenpersoonshuishouden
meerpersoonshuishouden

Bedrijf

reinigingsrecht

271,20
390,60

316,92

263,40
379,32

263,04

1.5.3   Begraafplaatsrechten

Begraafplaatsrechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en het gebruik van de diensten die daarbij worden verleend. De gerealiseerde opbrengst is al een aantal jaar relatief stabiel en is hoofdzakelijk afhankelijk van het aantal begrafenissen.

Tabel 18

Berekening kostendekkendheid begraafplaatsrechten

Kosten taakveld(en) incl. omslagrente
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen

133.000
0

Netto kosten taakveld(en)

133.000

Toe te rekenen kosten:
Overhead
BTW

85.000
4.000

Totaal toerekenbare kosten

89.000

Totale kosten

222.000

Totale opbrengsten

49.000

Kostendekkendheid

22,0%

Tarieven begraafplaatsrecht
Uitgangspunt voor de tarieven begraafplaatsrecht is 100% kostendekkendheid, maar gelet op het relatief geringe aantal begrafenissen en de structurele onderhoudslasten is dit niet te realiseren zonder (grote) tariefsverhogingen en/of teruggang in het onderhoud. Een dergelijke verhoging vindt het college niet reëel en daarom is ervoor gekozen om de tarieven voor 2019 enkel met het inflatiepercentage te verhogen. De tarieven voor 2019 worden met het inflatiepercentage verhoogd.

1.5.4   Marktgelden

Marktgelden worden geheven voor het gebruiken van openbare grond c.q. het innemen van een standplaats op het marktterrein, gedurende de tijd dat het markt is. De opbrengst is afhankelijk van de daadwerkelijke bezetting van de weekmarkt.

Tabel 19

Berekening kostendekkendheid marktgelden

Kosten taakveld(en) incl. omslagrente
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen

27.000
0

Netto kosten taakveld(en)

27.000

Toe te rekenen kosten:
Overhead
BTW

16.000
1.000

Totaal toerekenbare kosten

17.000

Totale kosten

44.000

Totale opbrengsten

43.000

Kostendekkendheid

98,1%

Tarieven marktgelden
Het marktgeld bedraagt een tarief voor iedere strekkende meter grond, waarvoor een standplaats wordt ingenomen, gemeten in de lengterichting. Voor iedere strekkende meter grond waarvoor achterruimte wordt ingenomen geldt een apart tarief. Uitgangspunt voor de tarieven is 100% kostendekkendheid. Voor 2019 worden de tarieven met het inflatiepercentage verhoogd.

Tabel 20

tarief 2018

tarief 2019

Standplaats

per strekkende meter, per dag
per strekkende meter, per kwartaal

Achterruimte

per strekkende meter, per dag
per strekkende meter, per kwartaal

3,76
37,57

1,50
15,03

3,84
38,44

1,54
15,38

1.5.5   Leges

Leges worden geheven voor het door de gemeente verlenen van diensten zoals opgenomen in de tarieventabel behorende bij de Legesverordening. Deze tarieventabel bestaat uit drie titels: Algemene dienstverlening, dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving (omgevingsvergunningen) en dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn (specifiek voor ondernemers). Binnen de drie titels zijn de leges onderverdeeld in hoofdstukken waarbinnen de samenhangende tarieven zijn geclusterd. De opbrengsten zijn in de begroting niet op hoofdstukniveau opgenomen, maar zijn functioneel gegroepeerd. Van een aantal diensten wordt namelijk dusdanig weinig gebruik gemaakt dat het apart opnemen van een raming geen meerwaarde heeft.

Tabel 21

Berekening kostendekkendheid Leges Algemene dienstverlening

kosten

baten

kostendek.

Burgerlijke stand

72.000

108.000

150%

Reisdocumenten

345.000

292.000

85%

Rijbewijzen

165.000

123.000

75%

Secretarieleges

  • Verstrekkingen uit basisregistratie personen
  • Verstrekking uit het Kiezersregister
  • Bestuursstukken
  • Vastgoedinformatie
  • Overige publiekszaken
  • Gemeentearchief

Totaal secretarieleges

83.000

63.000

76%

Huisvesting

  • Huisvestingswet
  • Leegstandswet
  • Gemeentegarantie

Totaal leges huisvesting

23.000

3.000

13%

APV-vergunningen

  • Kansspelen
  • Kabels en leidingen
  • Verkeer en vervoer (ontheffing APV)
  • Diversen

Totaal APV-vergunningen

91.000

16.000

18%

Verkeer en vervoer

47.000

29.000

62%

Maatregel kostendekkendheid leges
Totaal leges Algemene dienstverlening

-35.000
791.000

634.000

80%

Berekening kostendekkendheid Leges vallend onder fysieke leefomgeving

(omgevingsvergunning)

kosten

baten

kostendek.

Omgevingsvergunning

1.235.000

1.205.000

98%

Berekening kostendekkendheid Leges vallend onder Europese dienstenrichtlijn

kosten

baten

kostendek.

APV-vergunningen

  • Horeca
  • Organiseren van evenementen of markten
  • Prostitutiebedrijven
  • Kamperen
  • Marktstandplaatsen
  • Winkeltijdenwet
  • Ventvergunning, standplaatsvergunning

Totaal APV-vergunningen

26.000

6.000

23%

Totaal leges vallend onder Europese dienstenrichtlijn

26.000

6.000

23%

Tarieven, kostendekkendheid en kruissubsidiëring leges
De tarieven voor de diverse leges worden jaarlijks in principe met het inflatiepercentage verhoogd, waarbij wordt uitgegaan van de reeds bestaande verdeling in de tarieven. Voor tarieven waarvoor een maximumbedrag geldt wordt uitgegaan van het maximaal toegestane bedrag.
Om de digitale dienstverlening te stimuleren wordt voor het verstrekken van gegevens uit de basisregistratie personen (titel 1) een lager tarief gerekend als de aanvraag volledig digitaal plaats vindt.

Op basis van de berekening van de kostendekkendheid is alleen binnen titel 1 (Algemene dienstverlening) sprake van kruissubsidiëring. De leges voor huwelijken zijn op begrotingsbasis meer dan kostendekkend. Dit is toegestaan zolang de kostendekkendheid van het totaal van de binnen deze titel geheven leges niet meer dan 100% kostendekkend is.

Specifiek met betrekking tot het tarief van de omgevingsvergunning geldt dat gekozen is voor een vast percentage van de bouwsom.

1.6 Vergelijking gemeentelijke woonlasten met andere gemeenten

Onder de gemeentelijke woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing.
Om een beeld te geven van de gemeentelijke woonlasten van de burgers van de gemeente Wassenaar is een vergelijking gemaakt met die van omliggende en vergelijkbare gemeenten.

Tabel 22

gemeentelijke woonlasten 2018

Wassenaar

Bloemendaal

Leidschendam - Voorburg

Oegstgeest

Voorschoten

Eenpersoonshuishouden

€ 955,00

€ 1.130,00

€ 631,00

€ 807,00

€ 963,00

Meerpersoonshuishouden

€ 1.147,00

€ 1.234,00

€ 690,00

€ 916,00

€ 1.024,00

 Bron: Coelo Atlas van de lokale lasten 2018




Ontwikkeling woonlasten
Door de totale woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (zoals gepubliceerd door het Coelo) en uit te drukken in een percentage kan de ontwikkeling van de woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde worden geschetst.

Tabel 23

2017

2018

2019

totale woonlasten gezin Wassenaar in jaar t

€ 1.162

€ 1.147

€ 1.155

woonlasten gemiddeld gezin in t-1 (cijfers Coelo)

€ 723

€ 723

€ 721

woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde jaar ervoor (x100%)

160,7%

158,6%

160,1%

Bovenstaande vergelijking laat zien dat de woonlasten in Wassenaar hoger liggen dan het landelijk gemiddelde. De ontwikkeling van de woonlasten ligt ten opzichte van 2018 iets hoger dan gemiddeld.


1.7 Kwijtscheldingsbeleid
In de raadsvergadering van 7 april 2015 is de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Wassenaar 2015 vastgesteld. Hiermee is het kwijtscheldingsbesluit geactualiseerd. Kwijtschelding is in Wassenaar mogelijk voor de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (alleen eerste hond). Voor de overige heffingen is geen kwijtschelding mogelijk.
De kwijtscheldingsnorm in Wassenaar blijft gehandhaafd op de maximaal door het Rijk toegestane 100% van de bijstandsnorm. Dat wil zeggen dat iemand met een inkomen op bijstandsniveau bijna altijd in aanmerking komt voor kwijtschelding, tenzij er sprake is van vermogen (spaargeld of eigen woning). Ook voor ZZP’ers is het mogelijk om onder de zelfde voorwaarden als privé-personen voor kwijtschelding in aanmerking te komen. De kwijtschelding wordt uitgevoerd door de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR).

De bedragen aan kwijtschelding voor afvalstoffenheffing en rioolheffing worden als kosten meegenomen bij het bepalen van de tarieven.

Over het jaar 2019 worden naar verwachting de volgende bedragen aan kwijtschelding verleend

  • OZB

3.000,-

  • Afvalstoffenheffing

202.000,-

  • Rioolheffing

84.000,-

  • Hondenbelasting

6.000,-

1.8 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland
De volledige heffing en invordering, inclusief de waardering in het kader van de Wet WOZ, is overgedragen aan Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR). Voor de gemeente Wassenaar geldt dit voor de onroerendezaakbelastingen, baatbelasting, rioolheffing, reinigingsheffing, hondenbelasting, toeristenbelasting, precariobelasting, ondernemersheffing en de BIZ-bijdragen.

1.9 Algemene ontwikkelingen

Verruiming lokaal belastinggebied
De lokale belastingen stonden de afgelopen jaren meer en meer in de belangstelling. Vanaf 2016 is daarbij ook gesproken over de hervorming van het gemeentelijke belastinggebied. Het nieuwe kabinet heeft hier tot op heden echter geen speerpunt van gemaakt en hieromtrent zijn op dit moment dan ook geen nieuwe ontwikkelingen te melden.