Begroting 2019

Financiële samenvatting

Exploitatie

De begroting 2019-2022 voor Wassenaar sluit. Dit resultaat is bereikt met een balans tussen nieuw beleid, herziening van de financiële kaders door de nieuwe coalitie en bezuinigingen. Samengevat ziet de meerjarige ontwikkeling van de begroting er uit zoals in onderstaande tabel is opgenomen.
De afzonderlijke regels staan toegelicht onder de tabel.

Tabel 1 Meerjarenbeeld 2019-2022 (bedragen x € 1.000,  -/- is nadeel)

2019

2020

2021

2022

Door raad vastgestelde begrotingssaldo t/m VJN 2018

115

-30

-8

-1.892

1. Effecten Kaderbrief 2019

316

-23

287

801

2. Onontkoombare ontwikkelingen

0

172

137

-164

3. Financiële kaders coalitieakkoord

-1.287

-1.380

-1.355

-1.080

4a. Structureel nieuw beleid

-230

-300

-310

-310

4b. Incidenteel nieuw beleid

-375

-145

-145

-50

Dekking nieuw beleid uit Reserves

345

145

145

50

Dekking nieuw beleid uit verhoging toeristenbelasting

240

240

240

240

5. Bezuinigingen

1.087

1.492

2.388

2.546

Afrondingsverschillen

-2

-1

-3

-1

BEGROTINGSSALDO 2019-2022

209

170

1.376

140

Uitgangspunt is het door de raad tot en met 3 juli 2018 vastgestelde begrotingssaldo. Dit saldo eindigt in 2022 met een groot tekort. De oorzaak hiervan is het vervallen van de mogelijkheid tot het heffen van precariobelasting vanaf 2022, dat een nadeel oplevert van € 1,8 miljoen. Dit is wettelijk bepaald en dus door gemeenten niet te beïnvloeden. Dit verklaart de grote daling van het saldo in 2022.

Het sluitende meerjarenbeeld is als volgt tot stand gekomen.

1.  Effecten Kaderbrief 2019.
In de Kaderbrief heeft een lichte voordelige aanpassing plaatsgevonden van het begrotingssaldo. Dit komt vooral voort uit de positieve ontwikkeling van het gemeentefonds (Maart- en Meicirculaire) en de meerkosten voor een aantal gemeenschappelijke regelingen. Omwille van de leesbaarheid verwijzen we voor een uitgebreide toelichting naar de Kaderbrief 2019.

2. Onontkoombare ontwikkelingen
Na de kaderbrief hebben zich enkele ontwikkelingen voorgedaan die hebben geleid tot aanpassing van het meerjarenbeeld. De belangrijkste ontwikkeling is een licht negatieve aanpassing van de ramingen van het gemeentefonds.

3. Financiële kaders
De nieuwe coalitie heeft een aantal uitgangspunten geformuleerd over de financiële kaders. Dit bestaat uit zaken die ook reeds in de inleiding naar voren zijn gebracht.

  • Opbrengsten van verkopen van onroerend goed worden niet ingezet als structurele dekking;
  • De afschrijvingen voor investeringen lopen niet meer via de reserve kapitaallasten maar via de exploitatie. Hierdoor is er geen kapitaallastenreserve meer nodig;
  • Enkele taakstellingen uit de begroting 2018-2021 zijn teruggeboekt omdat deze niet realistisch bleken te zijn.

4. Nieuw beleid
In de begroting is zowel incidenteel als structureel nieuw beleid opgenomen.
Het structurele nieuw beleid bestaat uit:

  • Een formatieplaats voor het uitvoeren van de duurzaamheidsdoelstellingen vanaf 2019 (€ 100.000);
  • 2,5 formatieplaatsen voor BOA’s (€ 140.000 vanaf 2020/ € 70.000 in 2019);
  • Verhoging budget onkruidbestrijding (€ 60.000).

De kosten van dit nieuw beleid worden grotendeels gedekt uit een verhoging van de toeristenbelasting.

Het financieel belangrijkste incidentele nieuw beleid bestaat met name uit:

  • Aanjagen van de ondertunneling A44 (€ 100.000);
  • Groene zone Valkenburg (€ 95.000);
  • Innovatiebudget sociaal domein (€ 50.000);
  • Onderzoek naar een elektrische busverbinding/lightrailverbinding (€ 50.000).

De kosten van het incidentele nieuw beleid worden gedekt uit de reserves sociaal domein en ondersteuning grote projecten.

Een meer gedetailleerde toelichting op het nieuw beleid is opgenomen in het onderdeel dekkingsplan van deze begroting.

5. Bezuinigingen
Om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen is een groot bedrag aan bezuinigingen en lastenverhogingen noodzakelijk. De grootste bezuinigingen bestaan uit:

  • Taakstelling op de Werkorganisatie Duivenvoorde (€ 400.000);
  • Verlaging van het onderhoudsniveau voor wegen en wegmeubilair van B naar C € 240.000);
  • Verlaging van de dotatie aan de voorziening verkeerslichteninstallaties (€ 110.000);
  • 3% verlaging van subsidies (€ 130.000);
  • voorgenomen verhoging van de OZB met 5% in 2020 en nog eens 5% in 2021 (€ 944.000).

Een meer gedetailleerde toelichting op de bezuinigingen is opgenomen in de paragraaf bezuinigingen, taakstellingen en ombuigingen in deze begroting.


2. Investeringen
De komende periode willen we dat er een aantal investeringen en grote projecten in gang wordt gezet. Te denken valt aan:

  • Integraal Onderwijshuisvestingsplan;
  • Nieuwbouw sporthal;
  • Heroriëntatie Warenar complex;
  • Renovatie interieur De Paauw;
  • Herpositionering Avalex;
  • Verkeersknooppunt Rozenplein;
  • Overige gewenste investeringen.

De financiële gevolgen van deze investeringen kunnen op dit moment nog niet in de cijfers van de meerjarenbegroting worden verwerkt. In het najaar van 2018 gaat het college de beleidsvoornemens uit het akkoord vertalen naar een concreet collegeprogramma. Op basis van de programma worden er voor deze projecten concrete voorstellen uitgewerkt en wordt een prioritering aangegeven, alsmede een realistisch tijdpad.

In lijn met de financiële kaders zoals deze zijn verwoord in het coalitieakkoord zullen deze voorstellen voorzien zijn van concrete en volledige dekking. De investeringen worden gefinancierd vanuit de liquide middelen. De afschrijvingen zullen conform de gekozen systematiek voor wat de betreft de kapitaallasten via de exploitatie verlopen.